vrijdag 12 december 2014

De Staat Israël uitgeroepen
14 mei 1948
en wat hieraan vooraf ging

“16 May 1948,  Palestine Post: Israel is Born”

Het is zover !
Op 14 mei 1948 werd uiteindelijk door David Ben Goerion van  de Joodse Nationale Raad  officieel de Staat Israël uitgeroepen.
De Rothschilds  waren nauw betrokken bij de oprichting van de Joodse Staat. Baron Edmond James de Rotschild was patroon van de eerste joodse nederzetting in Palestina, terwijl  Walter Rotschild was betrokken bij de Balfour Declaration, waarin een land in Palestina werd beloofd aan de joden.
Het kon bijna niet uitblijven, want vrijwel onmiddellijk na het uitroepen van de Joodse Staat  brak de eerste Arabisch-Joodse Oorlog uit, hetgeen niet geheel onvoorspelbaar was. Landen als Egypte, Trans-Jordanië, Irak, Syrië en Libanon konden het niet verkroppen dat de Joden een vaste plek zouden krijgen in ‘hun’ Palestina.

Palestina
In de tijd van de Turkse overheersing werd overigens veelal gesproken over het Heilige Land of Eretz-Israël en niet over Palestina. Het waren de Britten die aan het einde van de negentiende eeuw Eretz-Israël weer Palestina gingen noemen, de naam die de Romeinse keizer Hadrianus in 135 aan het land had gegeven om zo elke herinnering aan het Joodse volk in Eretz-Israël uit te wissen. Door de naam Palestina te gebruiken, wilde Hadrianus de Joden dubbel krenken, omdat die naam was afgeleid van Israëls vroegere aartsvijanden, de Filistijnen, Philestea, die als volk toen overigens allang niet meer bestonden.

Het Britse verraad
 Amper vijf jaar na de Balfour-verklaring, deed Winston Churchill, destijds als Staatssecretaris voor de Koloniën belast met de Palestijnse zaak, op 3 juni 1922 een  ‘White Paper’ uitgaan, waarin de term 'nationaal tehuis' totaal anders werd gedefinieerd dan in de verklaring van Balfour oorspronkelijk bedoeld was. Dit White Paper moest de schendingen van de bepalingen van het Mandaat door de Britten een jaar daarvoor rechtvaardigen. Want in mei 1921 werd Palestina door de Britten opgedeeld in twee delen, terwijl het Mandaat van Palestina, dat in de considerans het besluit van San Remo had opgenomen, dit uitdrukkelijk verbood:
 "De gemachtigde is verantwoordelijk erop toe te zien dat er geen Palestijns grondgebied wordt afgestaan  of in pacht wordt gegeven of op enigerlei wijze onder de controle van de regering van een buitenlandse macht wordt geplaatst." 

1922-mandate_for_palestine. Het bestuur over het oostelijke deel, circa 77% van het mandaatgebied, dat Trans-Jordanië werd genoemd, bleef weliswaar onder Britse supervisie, maar werd overgedragen aan emir Abdullah, de zoon van Hoessein ibn-Ali, de Sjarief van Mekka.
Volgens het “White Paper” moest het Joods nationaal tehuis in Palestina verder de vorm krijgen van een religieus of cultureel centrum voor Joden. En daarmee blokkeerde Churchill de aanloop naar een Joodse staat in Palestina.
Er waren enkele van dit soort  ‘White Papers’, maar de bekendste (beruchtste) was toch wel de “Passfield White Paper” en wel hierom:
De Balfour verklaring en de Joodse immigratie riepen veel verzet op onder de Arabieren in Palestina. In 1920, 1921 en 1929 vonden bloedige opstanden plaats waarbij o.a. Joodse wijken in Jeruzalem en de Joodse gemeenschap in Hebron door woedende menigten werden aangevallen.

         Eén van de “exodus-schepen”,
gevuld met joodse immigranten.

Als reactie hierop legden de Britten Joodse immigratie en landaankopen aan banden (‘Passfield White Paper’), wat later, onder druk van de Zionisten, grotendeels werd teruggedraaid. In 1919 zei Ben-Gurion, leider van de Joodse gemeenschap in Palestina: “But not everybody sees that there is no solution to this question. No solution! There is a gulf; and nothing can bridge it…. I do not know what Arab will agree that Palestine should belong to the Jews…We. as a nation, want this country to be ours; the Arabs, as a nation, want this country to be theirs.” Beide bevolkingsgroepen beschouwden zichzelf als een machteloos slachtoffer van de (vermeende) macht en wreedheid van de ander.
In 1937 stelden de Britten in reactie op de rellen voor het eerst voor om Palestina te delen in het “Peel Rapport”.Volgens dit plan kregen de Joden een staat in ca. 20% van het mandaatgebied, en zouden de Arabieren die daar woonden (vrijwillig) worden verplaatst naar de Arabische staat, en vice versa. Terwijl de Arabieren het verwierpen, namen de Zionisten het in overweging, waarbij er echter zowel verzet was tegen het weinige grondgebied dat men toebedeeld kreeg als tegen het verplaatsen van de beide bevolkingsgroepen uit grondgebied dat toebedeeld was aan de ander. Ook beperkten de Britten joodse immigratie opnieuw, en dit keer definitief (de zg. ‘White Paper’ uit 1939). Tijdens WOII bleef Palestina gesloten voor Joodse vluchtelingen, ondanks de nijpende situatie in Europa. De ondergrondse Hagana organiseerde tijdens en na de oorlog illegale immigratie, waarmee tienduizenden Joden werden gered. De Britten blokkeerden de kust van Palestina en stuurden onderschepte boten met vluchtelingen terug naar Europa.
In 1947 besloot Groot-Brittannië het mandaat terug te geven aan de VN en stelde de VN een commissie in die een oplossing moest zoeken voor de toekomst van het gebied. Zij stelde deling voor in twee ongeveer even grote delen, en dit plan werd op 29 november aangenomen door de Algemene Vergadering. Jeruzalem zou onder internationaal toezicht komen.
Uiteindelijk werd op 14 mei 1948 de Staat Israël uitgeroepen, hetgeen, zoals reeds aan het begin van dit hoofdstuk al vermeld, reden was voor de moslimwereld om in actie te komen. De kersverse staat werd onmiddellijk aangevallen door Egypte, Jordanië, Irak en Syrië. Hoewel deze landen officieel volgens een gemeenschappelijk plan vochten, wilden zij in feite allemaal  een zo groot mogelijk deel van Palestina veroveren. De secretaris van de Arabische Liga, Azzam Pasha, verklaarde op de dag voor de aanval publiekelijk: “Dit zal een uitroeiingsoorlog zijn en een groots bloedbad waarover zal worden gesproken zoals over de Mongoolse slachtingen en de Kruistochten”. De Moefti van Jeruzalem, Haj Amin Al Husseini, zei: “Ik verklaar een heilige oorlog, mijn moslim broeders! Vermoord alle Joden! Vermoord hen allen!”


 Onder: prikkeldraad in de toenmalige Princess Mary Avenue in Jeruzalem 
tegenwoordig Shlomtsiyon HaMalka) in May 1948


Geen opmerkingen:

Een reactie posten